Camino Primitivo
De Camino Primitivo is de oudste Camino de Santiago-route. Koning Alfonso II de Kuise was de allereerste pelgrim op deze route. Hij liep de Camino Primitivo van de stad Oviedo, in Asturië, naar Santiago in de 9e eeuw met een missie: bevestigen dat de in Santiago gevonden overblijfselen inderdaad die van Sint Jacobus de Apostel waren.
Oviedo was destijds de hoofdstad van het koninkrijk Asturië en de pelgrimstocht van de koning inspireerde vele anderen om de reis naar Santiago de Compostela te maken.
Pelgrims op de Camino Primitivo kwamen niet alleen uit Asturië en andere delen van Noord-Spanje, maar ook van verder weg en overzee. Pelgrims uit noordelijke landen reisden over zee en landden op de noordelijke kust van Spanje voordat ze hun reis te voet voortzetten. Toen de hoofdstad van het koninkrijk echter naar Leon was verplaatst, nam de Camino Francés vanaf de 11e eeuw de hoofdroute naar Santiago over voor pelgrims.
Veel pelgrims kozen er echter nog steeds voor om de kathedraal van Oviedo San Salvador te bezoeken, een pelgrimsoord op zich. In de ‘Verlosser’-kathedraal ligt een lijkwade waarvan wordt aangenomen dat deze is gebruikt om het hoofd van Christus na zijn dood te omwikkelen.
Tijdens de Camino Primitivo geniet je van uitgestrekte ruige landschappen, bezaaid met af en toe kleine dorpjes en stadjes. Terwijl de route traditioneel in Oviedo begint. Alles bij elkaar beslaat de Primitivo ongeveer 300 km tussen Villaviciosa en Melide, waar hij zich voegt bij de Camino Francés voor de laatste 50 km naar Santiago. Onderweg passeert de Camino Primitivo van twee opvallende steden – Oviedo en Lugo – talloze middeleeuwse dorpjes en geniet je van de mooiste uitzichten op de bergen van welke weg dan ook.
Als je niet zeker weet of deze uitdaging haalbaar is, maar je wilt toch de allereerste Camino-route ontdekken, maak je geen zorgen. Je kunt je reis beginnen vanuit de stad Lugo en het bergachtige en landelijke gedeelte van de route overslaan en alleen de laatste 100 km van de Camino Primitivo wandelen.
